Emma
De zomerse zon schijnt fel in mijn ogen, terwijl ik naar huis skate. Ik heb hem mintgroene rolschaatsen aan en maak genoeg vaart om Mara bij te houden. We komen uit school en zijn op weg naar mijn huis, we gaan samen huiswerk maken. Mara kletst over jongens die ze leuk vindt en vraagt mij zo nu en dan mijn mening.
“Em, ben jij al is verliefd geweest? Je hebt het nooit over jongens.”
Ik skate iets achter haar, waardoor ze niet kan zien dat ik moet glimlachen. Natuurlijk denk ik gelijk aan Gijs en aan hoe leuk hij is, maar ik kan het Mara niet vertellen. Of misschien kan dat wel, ik hoef haar niet te zeggen wie ik leuk vind.
“Er is wel iemand, maar…”
Ineens trapt Mara op haar rem en staat stil. Geschrokken rem ik ook, om niet tegen haar aan te botsen wat nog behoorlijk moeilijk is op dit tempo.
“Waarom stop je ineens?” vraag ik haar geschrokken.
“Wie vind je leuk?” Mara haar ogen ploppen bijna uit hun kassen, zo groot maakt ze ze.
Ik kan er niets aan doen dat ik verlegen glimlach, maar dan schud ik mijn hoofd en zeg:
“Gewoon iemand.”
“Ken ik hem?”
Ik moet moeite doen om haar niet gelijk alles te vertellen, al meer dan een jaar draag ik dit geheim met me mee en dat vind ik soms verschrikkelijk moeilijk. Omdat ik niet goed weet wat ik tegen haar moet zeggen knik ik, natuurlijk kent ze hem. Ik kom weer in beweging en dwing Mara daardoor om mee te komen.
“Dus ik ken hem, is het iemand uit onze klas?”
“Wat nee!” roep ik geschrokken terwijl ik haar aan kijk.
Mara glimlacht en haar ogen zeggen me dat ze het al weet.
Eenmaal thuis lopen we gelijk door naar mijn slaapkamer. Esmee zit namelijk in de woonkamer en Mara en ik hadden allebei niet zo’n zin in mijn sacherijnige zus. Mara laat zich op mijn bed zakken en trekt haar rugzak bij zich opschoot. Ik doe hetzelfde maar dan bij mijn bureau, ik zit op mijn draaistoel en zoek mijn Engels boek. Morgen hebben we een SO en ik ben bang dat ik niet goed voorbereid ben.
“Het is Gijs hè, de jongen die je leuk vindt?”
Ik draai me naar mijn vriendin toe, die me vol liefde aan kijkt. Een jaar geleden had ze me wel honderd redenen gegeven waarom het onmogelijk was hem leuk te vinden, maar nu lijkt ze me te begrijpen.
“Ja het is Gijs.”
“Ik wist! Over drie jaar ben jij achttien, dan moet je het hem zeggen. Als je hem dan nog leuk vindt natuurlijk.”
“Ik ben bang dat ik hem voor altijd leuk zal vinden, maar kunnen we eerst Engels leren voor we hier op door gaan?”
Mara knikt, maar gooit wel eerst een kussen naar mijn hoofd voor ze Engelse woordjes begint op te dreunen. Lachend vang ik het kussen en buig ik me over mijn eigen boek. Ik wil hoe dan ook een voldoende halen, al dwaalt mijn gedachten nu de hele tijd af naar Gijs.
Ik zwaai naar Mara als ze de voortuin uit fietst. Ik denk dat we morgen allebei een voldoende gaan halen voor Engels en dat we geschiedenis allebei vreemd vinden. Ik doe de voordeur dicht en loop naar de woonkamer. Esmee zit nog steeds op de bank met haar laptop voor zich, maar zodra ze mij ziet klapt ze hem dicht. Ik glimlach naar haar, maar ze lacht niet terug. Dan halt ze iets achter zich vandaan en mijn lach bevriest op mijn gezicht. Het is een lila kaart die ze vast houdt, mijn hart begint te bonken en ik weet wat er nu gaat komen.
Schrijfster: Krisha van der Male ©Krisha van der Male ©Make a Wish
Reactie plaatsen
Reacties