Hoofdstuk 6 - Help wat moet ik nu

Gepubliceerd op 5 februari 2024 om 15:00

Meze 

Het is bijna tien uur als ik wakker word van Rozanne die de kamer in komt lopen. Tegelijkertijd zoemt mijn mobiel die op het nachtkastje ligt. Ik kijk erop. Op app wordt gevraagd of wij ook honger hebben. We spreken om half elf in het restaurant af. 

Char en Daan komen hand in hand het restaurant binnen. Ik zie dat hij iets in haar oor fluistert, maar ik versta het zelf niet. Ze moet er om lachen. Ik vind het eng om te zien, maar zeg er niks over.
Mijn ontbijt is simpel. Ik neem een broodje met jam en een bakje met cornflakes. Het is gezellig aan de tafel. Charlotte zit in de hoek en ik zit naast haar. Tegen over me zitten Tomas en Daan. Daarnaast zitten Sensa en Juda. Kai en Rozanne zitten aan de andere kant van me. We hebben het over wat we de komende weken zullen gaan doen. We spreken af om sowieso morgen te gaan wandelen. Ik ben het er niet helemaal mee eens, maar de rest helaas wel. 
 

Myra komt binnen.
“Zo zijn jullie klaar?” lachte ze. 
 

We knikken en staan op. Samen lopen we naar buiten, de felle zon in. We stappen de veel te  warme auto in. Ik zit achter Charlotte die zwijgend uit het raam kijkt. Myra zucht een paar keer en Sensa hoest zachtjes. Na een kleine tien minuten rijden we een winkelstraat in. Het is er druk en in het midden van het plein staan een paar levende beelden. Overal waar ik kijk, zijn schattige winkeltjes.

“Jullie zouden ergens in deze weken ook moeten gaan zwemmen bij het strand, daar hebben ze ook echt super leuken winkeltjes,” zegt Myra tegen ons.  

Daan 

De meiden zijn net met Myra weg gegaan, naar een standje hier in de buurt. De jongens en ik hebben besloten om hier iets leuks te gaan doen. We hadden gister al gezien dat er een voetbalveld is dus gaan we daar nu heen.  

Na zoon half uurtje krijg ik een appje van Charlotte.  

“Hé, hoe gaat het? Met mij goed, ik heb een verassing voor je.” 

Stiekem blij met haar berichtje stop ik mijn telefoon weer weg. Wat zou die verassing zijn?  

Na nog een half uur zeg ik de jongens gedag en ga ik op weg naar mijn kamer. Ik wil graag een beetje lezen. Bij binnenkomst in mijn kamer zie ik gelijk de sloffen die Charlotte gisteravond niet kon vinden. Ik zucht diep, ik denk aan onze avond samen. Ik was er bijna, bijna mocht ik haar zien en aanraken. Soms ben ik echt bang om haar kwijt te raken. Ik wil al heel lang meer dan haar. Dat voelt soms zo stom.  

Charlotte  

We lopen een winkeltje in met allemaal leuke spulletjes. Ik zie een fotolijstje die Daan in Nederland al vaker heeft aan gewezen, alleen hier kost het maar twee euro. Bij ons is het lijstje al acht euro, dus dat is mooi mee genomen. Zelf zie ik hele mooie oorbellen die echt perfect passen bij mijn jurkje. Ik hoop dat Daan blij zal zijn met het lijstje, maar eigenlijk ben ik daar wel zeker van. 

Het is al bijna half twee als we iets gaan eten op een terrasje. Ik ga naast Sensa zitten. We bestellen allebei een Cola en een broodje gezond. We hebben het over van alles en nog wat. Het is mega gezellig. Even denk ik kort aan Daan, maar ook aan Tomas en aan hoe hij keek toen ik Daan kuste thuis op de bank. Ik ben bang dat ik hem gekwetste heb. 

Tegen de tijd dat we terug gaan naar het hotel is het bloed heet buiten. Ik ga er dan ook van uit dat de jongens in het zwembad zullen liggen. 

Rozanne 

We stappen terug de auto in. We hebben het over de jongens. De hele weg naar het hotel vragen we ons af wat ze allemaal gedaan hebben. Daarna hebben we het over Meze en Juda en of die al iets hebben. Meze ontkent alles. 

Terug bij het hotel rennen we de trappen op, zo snel mogelijk naar de vierde verdieping. Achteraf gezien hadden we beter met de lift kunnen gaan, maar Charlotte heeft nou eenmaal hoogtevrees en is claustrofobisch dus eigenlijk zie ik haar heel zelden ergens hoger dan de eerste verdieping of in een lift al gaat het wel echt steeds beter. 

Ik storm onze kamer in en val doodmoe op mijn bed. Sensa komt na mij binnen, maar die lijkt negens last van te hebben. ze rent naar de kast en gooit zo’n beetje alle strandjurkjes eruit.  

“Welke zal ik aan doen?” Roept ze.  

“Die Blauwe met die randjes”, zegt Meze. 

“Dat is geen Blauw, dat is paars. Als ik jou was zou ik voor die doorzichtige gaan”, zeg ik.  

“Welke ik heb er twee, blauw of oranje?”  

“Blauw natuurlijk, maar dan wel met een witten bikini.”  

Sensa gooit nu ook haar lade overhoop voor haar witte bikini. Ik loop nu ook naar mijn kast. Ik kijk voor mijn groene bikini en witte strandjurk, ik pak mijn witte hakken uit mijn koffer en trek ze aan.  

“Zo ik ben klaarkomen jullie?”

Samen lopen we de kamer uit. 

Meze  

Ik trek in tegenstelling tot de rest een kort strak broekje aan.  

“Wil je nog steeds in druk maken op Juda?” vraagt Rozanne.  

Ik schud mijn hoofd, maar ik weet dat mijn wangen rood kleuren. Waarom moet zij mij nou toch zo goed kennen.  

Het is druk bij het zwembad. Juda ligt op een strandstoel en Tomas ligt in het water op de mat waar we de vorige keer een gevecht over hadden. Tot mijn verbazing zijn Charlottr en Daan er nog niet. Ik heb alleen niet veel tijd om erover te gaan piekeren, want meteen nadat Sensa heeft laten merken dat we er zijn, staat Juda op en gooit me het zwembad in. Hij spring daarna achter me aan. 

Charlotte 

Ik kom mijn hotelkamer binnen en struikel gelijk over mijn sloffen. Vanaf het bed hoor ik gegrinnik.

“Hé, je bent hier,” zeg ik verbaast tegen Daan.  

“Had je gehoopt dat ik weg zou zijn dan?”  

“Nee, ik had alleen verwacht dat je bij de jongens in het zwembad zou zijn.”  

“Je struikelde wel erg mooi,” lachte hij.  

Ik gooi een kussen die op de stoel naast de deur lag naar zijn hoofd. Hij behendig vangt hij hem. Ik loop naar hem toe en pak hem rond zijn nek. Hij slaat zijn arme om mijn middel en trekt me mee het bed op terwijl hij me kust. Hij gaat met zijn had over mijn rug en mijn benen. Hij trekt zijn shirt over zijn hoofd. Ik ging met mijn handen over zijn borst het litteken schittert op zijn zon gebruinde huid. Hij draait me op mijn rug en gaat op mij zitten. hij trekt mijn jurk over mijn hoofd en kijkt nu met zijn grote blauwen ogen naar mijn borsten. Hij kuste me op mijn mond en in mijn nek. Heel langzaam gaan zijn hadden over mijn rug. Hij wil mijn beha uit doen. Nog voor hij bij de sluiting is duwde ik hem weg en kruip onder hem vandaan. Hij kijkt me aan. Halfnaakt sta ik tegen over hem in de hotelkamer.  

“Waarom duwde je me weg?” Ik hoor de ergernis in zijn stem.  

“Ik wil gewoon nog niet verder.”

Hij kijk boos. Zo heb ik hem nog niet eerder gezien.  

“Je wil niet verder of vind je iemand anders leuk zeg het dan gewoon.”  

“Wat nee, ik hou van jou”  

“Tuurlijk, ik zie toch hoe je naar Tomas kijkt.”  

“Denk je dat ik iets voor Tomas voel?”  

Hij hoeft geen antwoord te geven, de blik in zijn ogen zegt genoeg. Ik pak mijn kleren en de sleutel van de kamer van Rozanne. Ik loop met trillende handen de deur uit. Nog voor de deur achter me in het slot valt weet ik dat ik alles kwijt ben. Mijn hoop, mijn vertrouwen, mijn geluk en Daan. De tranen rollen over mijn wangen. 

Ik ga de kamer van Rozanne in en ga op haar bed zitten. Ik voel de handen van Daan over mijn lijf gaan. Ik hoor zijn stem in mijn gedachte. En bij ieder woord dat ik me herinnerde word ik bozer en verdrietiger. Ik trek mijn jurk terug aan en loop de kamer uit. 

Ik ren zo snel ik kan naar beneden. De hal door in de richting van het zwembad. Bij iedere stap voel ik mijn voeten zwaarder worden en stromen er meer tranen over mijn gezicht. Ik zie vagen beeldde van mij en Daan. Hier in de hal en in het zwembad. Ik ren het terras op, ik wil mijn vrienden roepen maar krijg geen woord meer over mijn lippen. Rozanne ziet me vrij wel meteen. Ze zwemt naar me toe, maar schrikt zodra ze mijn betraande gezicht ziet. Ze klimt het water uit en geeft me een knuffel. Ik wil zo veel zeggen, maar het lukte niet.  

“Ik…ik… het is…” stotter ik.  

“Zeg maar niets” zegt ze lief.  

Ze roept Kai. Mijn vrienden willen naar me toe om me te troosten of om te vragen wat er is, maar Kai neemt me mee naar zijn kamer. Daar stort ik pas echt in. Hij neemt me in zijn armen en zegt:  

“Stil maar, het komt goed. Dat beloof ik, wat er ook gebeurd is, het is niet erg.”

Als Kai zo tegen me praat voel ik me altijd beter.  

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.