Hoofdstuk 10 - Help wat moet ik nu

Gepubliceerd op 4 maart 2024 om 15:00

Rozanne 

De dagen vliegen ineens voorbij. Om de beurt houden we Rik in de gaten. Charlotte en Tomas gaan weer met elkaar om of er nooit iets gebeurd is. Meze en Sensa liggen elkaar niet zo en ineens is het alweer zaterdag gewoon meer dan een week verder. Nog een paardagen en we gaan weer terug naar huis. 

We zitten aan het ontbijt.  

“Jongens we moeten echt nog naar dat bomendorp.”  

“Ja Roos, door al dit gedoe was ik het gewoon vergeten.”  

Iedereen is enthousiast en we bespreken met Myra wanneer we er heen zullen gaan en hoe laat we weer op gehaald moeten worden. We trekken alleemaal makkelijke kleren aan, we moeten namelijk wel in bomen klimmen. 

Zodra we aan komen worden we gezekerd en krijgen we uitleg over het klimmen. We moeten eerst drie uur oefenen voor we echt naar de hutten mogen, omdat je daar niet gezekerd zal zijn. Het is dan een verkeerde stap en het is je einde. Geen prettige gedachten. 

We staan boven en het is super spannend Charlotte mag in geen geval om laag kijken, omdat ze hier niet zomaar flauw kan vallen. We willen net beginnen als onze gids zegt:  

“Ik moet even weg ik ben over maximaal tien minuten terug als jullie hier blijven is er niks aan de hand.”
We staan op een soort plateau van donker bruin hout. Sensa geeft ineens een gil. Iedereen draait naar haar om. Ze wijst, nu zien wij het ook. Het is haar vader. Hij kijkt eng naar ons, hij heeft een pistool in zijn rechter hand. Hij loopt naar ons toe. 
 

“Rennen,” roept Meze in paniek.  

Zoals ze zei rennen we over de enige touwburg in de richting van het volgende hutje. Er staat een oud bed en een soort bank we lopen er snel door heen.  

Over de volgende burg. We komen in de uit kijk toren van het dorp terecht, Sensa en Charlotte klimmen nog hoger om meer te kunnen zien. Ze zien haar vader zoeken om zich heen kijken.  

Meze 

“Rennen,” roep ik.
De vader van Sensa zit achter ons aan. We rennen eerst een huisje in. Daarna komen we op een kruispunt van bruggen het is dood eng. We rennen door naar het anderen kruispunt. Al is dat geen echt kruispunt, maar eerder een twee sprong. We gaan naar rechts in de richting van de wachttoren. Sensa en Charlotte klimmen daar omhoog. Om te kijken of ze haar vader kunnen zie. Hij ziet ze.
“Shit,” zegt Sensa en ze springt omlaag. 
 

“Snel daar heen.”  

Rozanne schiett een soort buis in. We klimmen zo snel als mogelijk is achter haar aan. We zijn al bijna boven als het been van Sensa gegrepen wordt. Hij trekt haar terug de buis uit.  

“HELP!” Roept ze.  

Daan schiet terug de buis in en grijpt haar hand vast. Hij trekt haar omhoog, het is dood eng. 

Daan  

Sensa wordt bij haar been gegrepen. Zonder na te denken spring ik terug de buis in om haar te helpen. Ik trek zo hard ik kan. Ik hoop dat ik haar geen pijn doe. Na een paar keer geeft Sensa haar vader een trap met haar andere been, die ze door allen spanning even vergeten was te gebruiken. Hij laat haar los waardoor ik haar omhoog kan trekken.  

“Dank je” fluistert ze buiten adem tegen me.  

“Nee hè, we staan in het centrum een stap verkeerd en we zijn er niet meer.” Rozanne kijkt bang.  

“We hebben geen keus,” zegt Charlotte vastberaden en ze gaat op een van de dunne touwtjes staan. Ze pakt een touw boven haar hoofd vast en loopt heel voorzichtig naar de overkant.  

Charlotte 

Ik ben bang, maar Sensa is wel gered door Daan, alleen nu komt haar vader naar boven. We staan in het middelpunt van het bomendorp. Ik ben bang, maar ik moet toch echt naar de overkant. Vastberaden, maar met trillende benen ga ik op het dunne touw staan en pak het touw boven mijn hoofd vast. Ik loop heel voorzichtig voetje voor voetje naar de overkant. Mijn vrienden volgen mijn voorbeeld. We lopen zo voorzichtig mogelijk. De vader van Sensa ziet ons en komt achter ons aan, alleen dan veel wilder en sneller. Hij heeft een wilde doorgedraaide blik in zijn ogen. Dan is hij zo dichtbij ons dat hij ons aan kan raken, maar in zijn poging Meze vast te grijpen glijd zijn voet van het touw af. In zijn paniek glijdt ook zijn andere voet weg. Hangend aan een arm kan hij de kracht niet vinden om zich op te trekken. Zijn arm lijkt te verzuren en in een laatste poging om het touw vast te pakken valt hij uit de bomen. Het touw wiebelt aan alle kante en waardoor we ons naar de overkant haasten.   

Pas benende dringt het tot ons door wat er gebeurd is. Iets in mij gaat er van uit dat dat Sensa zal gaan huilen, maar ze zegt alleen:  

“Die klootzak, ben blij dat ik van hem af ben. Ik hoop dat die de straf krijgt die hij verdiend in de hel.”
Ik schrik ervan om die woorden uit haar mond te horen komen. 
 

Volledig in shock komt Myra aan rennen. Haar huid lijk bleek en haar ogen rood doorlopen, alsof Sensa zelf uit de boomtoppen gevallen is.  

“Wat is er gebeurd? Ik werd gebeld door de politie en ze hadden het over een ongeluk.”  

We proberen haar zo rustig mogelijk uit te leggen wat er precies gebeurd is. Nog voor we klaar zijn neemt ze Sensa in haar arme. Maar zij duwt haar weer van zich af.  

“Ik hoef jou ook niet meer te zien dat papa dood is, is beter voor iedereen maar voor mij ben jij ook dood.”  

Aan Myra is te zijn dat ze er niks van begrijpt, maar Sensa is al naar de auto gelopen en achterin gaan zitten. Juda en ik rennen achter haar en gaan naast haar zitten. Buiten horen we Rik praten. Sensa pakt haar telefoon en neemt zijn gesprek op. 

Rozanne 

Terug in het hotel neemt Sensa ons weer mee naar de kamer van mijn ouders, waar ze een geluidopnamen af speelt.  

“Hé met mij. Die man is dood en nog wel door zijn eigen dochter. Ze zal er wel kapot van zijn, voor mij de kans om dichterbij haar te komen. Haha. Ja ze zullen versteld staan als ze erachter komen.” 

“Hij wil jullie ook uit schakelen.” fluister Meze.  

“Wie is die creep toch?”
Het hoofd onderwerp van die avond is Rik en de vader van Sensa. 
De rest van de tijd dat we in het hotel zijn spreken Myra en Sensa niet met elkaar. We hebben afgesproken om Rik nog beter in de gaten te houden.
Op Maandagavond gaan Rik en Myra uit eten en besluiten wij om in zijn kantoor te gaan kijken. Dus zo doende sluipen Sensa, Tomas en ik het kantoor in. Meze en Juda staan op de uit kijk. 
 

Meze 

Ik staan samen met Juda voor de deur van het kantoor van Rik. We zwijgen allebei en we maken ook geen oogcontact.  

“Sorry, dat we het je niet verteld hebben. We wisten niet zo goed hoe...”  

Ik kijk hem aan, maar weet niet goed wat ik moet zeggen.  

“Zeg dan iets maakt niet uit wat schreeuw, scheld doe iets maar blijf niet zo eng stil.” Ik draai mijn hoofd weg.  

“Ik heb ook dom gedaan.”  

“Hoe zo?” vraagt hij.  

“Ik werd boos, maar heb niet gevraagd waarom jullie het verzwegen, maar dat snap ik nu.” 

We hebben een heel gesprek over van alles en nog wat als Tomas ineens de kamer uit komt rennen gevolgd door Sensa en Rozanne. Aangestoken door hun paniek rennen we achter ze aan naar boven.  

“Wat hebben jullie gevonden?” vraagt Charlotte. Ze laten ons allemaal foto's zien van het kantoor. 

Stom genoeg schrikken we er allemaal van.  

“Moeten we dit aan Myra vertellen?” als vanzelf kijken we naar Sensa maar zij zegt:  

“Nee, later haar er zelf maar achter komen ze is echt rampzalig als moeder, als vrouw en wat ze nog meer is ook. Ik hoef haar niet meer te zien. We gaan hier bijna weg wij weten de waarheid over hem en dat vind ik genoeg.” 

Ze is erg boos, maar het is haar moeder, dus respecteren we wat ze wil. 

Rozanne 

We komen de kamer van onze ouders weer binnen. Ik snap eigenlijk niet zo goed waarom we daar telkens weer afspraken. Het heeft eigenlijk niet echt toegevoegde waarden om daar te gaan zitten. In het kantoor van Rik hebben we wel een heleboel informatie gevonden. Ik vertel aan de rest hoe het binnen is. We hebben eerst zijn bureau door zocht. Daar vonden we alleen zijn agenda en een hoop administratie. Daar werden we dus niet veel wijzer van. Er stond een hoop in gekrabbeld en er was een heleboel in weg gestreept. Ik heb er voor de zekerheid een paar foto’s van gemaakt.  

Toen we dachten niks meer te vinden viel het Tomas ineens op dat er een stuk muur scheef zat. We zijn er heen gelopen en kwamen er achter dat het open kan. We draaide het om en zagen toen een soort van spinnenweb. Overal waren foto’s op geprikt en stukjes touw verbonden met elkaar. Er waren zelfs foto’s van een jaar geleden. Toen wisten we niet eens dat hij bestond, maar andersom wist hij het dus wel. Het was dood eng om naar te kijken. Ook van het web heb ik foto’s gemaakt. Misschien zouden we Myra hier mee aan kunnen tonen dat Rik echt een heel vaag figuur is. 

Helaas wil Sensa dat ze er zelf achter komt. Waarom begrijp ik eigenlijk niet, maar ik gok dat het te maken heeft met haar verdriet om haar vader. Ze vindt hem misschien geen vaderfiguur, maar ondanks dat ze het ontkent ze houdt wel van hem.  

Charlotte 

We maken er een leuke laatste dag van en gaan nog een keer zwemmen. We eten lekker en gaan daarna onze tassen in pakken. Toch is het gek om te weten dat dit prachtige hotel eigenlijk bedoelt is voor witwassen van zwartgeld. Voor ons is het niet duidelijk op welke manier Sensa haar vader daarin betrokken was, maar hoe meer ik er over nadenk, hoe meer ik vermoed dat hij misschien dan toch niet de bad guy was. 
Tegen de tijd dat we naar het vliegveld vertrekken hebben we besloten dat dit voor de buitenwereld een fantastische vakantie was die we nooit meer zullen vergeten. Niemand hoeft de waarheid te weten toch? of wel...
 

Thuis op het vliegveld staan Pepijn, Liv, Papa en Mama en natuurlijk de ouders van Tomas en Juda op ons te wachten. We nemen afscheid van elkaar en van een geweldig, maar ook eng avonduur.  

Voor we de auto in stappen zegt Sensa: “Als we deze vakantie een naam zouden moeten geven zou ik de prefecten weten”  

“ooo ja wat dan?” vraagt Meze.  

“Help wat moet ik nu…!” 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.