Hoofdstuk 9 - Help wat moet ik nu

Gepubliceerd op 26 februari 2024 om 15:00

Meze 

Sensa en Juda zijn de hele avond samen. Eerst ben ik nog met Rozanne en Charlotte, maar na en tijdje gaat Char met Daan mee naar boven. Na hun ruzie ben ik nog veel banger dat er iets mis zal gaan en nu haar ouders er zijn kan ze zo mee naar huis, als ze weg wil door Daan. Door het woord thuis vergeet ik mijn zorgen om Charlotte even en ik moet weer denken aan mijn ouder, aan dat ik niet weet wat thuis is of meer wat mijn thuis is. Mijn ouders hoef ik eigenlijk niet meer te zien, maar de ouders van Rozanne en zijn dan ook weer niet echt mijn ouders. Ik voel me er veilig, maar soms wens ik dat er niet zo veel gebeurd zou zijn in het verleden, en dat ze er nu ook bij zouden zijn.

Het is al half één als ik naar mijn kamer ga. Sensa is er al even, ze wou weg van de mensen en haar moeder zei ze voor ze naar boven ging. Als ik de deur opendoe zie ik dat Juda er ook is.  

“Hé,” zeg ik.  

“Hé,” zegt Juda terug. 

“Ik ga maar…”, hij staat op en loopt de kamer uit.  

Ik ga op het bed zitten. Sensa zwijgt, maar blijft me wel aan kijken.  

“Wat is er?” vraag ik op en gegeven moment.  

“Ben je boos op me?”  

“Nee, waarom zou ik boos moeten zijn, omdat jij met de jongen fleurt waar ik al een eeuw verliefd op ben?” Nu komt ook Rozanne de kamer binnen. Ze kijkt vragend naar ons.  

“Weet ze het al?” vraagt ze uiteindelijk.
Ineens interpreteer ik haar blik anders, niet als vragend naar ons. Die blik is voor Sensa bedoelt. Ik begrijp het niet helemaal. Sensa schudt langzaam haar hoofd.  

“Nee, maar ik denk dat ik het nu maar moet gaan zeggen.”  

Rozanne knikt. Het is pijnlijk om naar mijn twee vriendinnen te kijken die met zo veel woorden zo veel tegen elkaar zeggen, terwijl ik er niks van begrijp.   

“Wat hebben jullie? Wat moet ik weten?” Ik kijk van de één naar de ander.  

“Heb je, je wel eens af gevraagd waarom Juda mee is hier naar toe?”  

Ik schud mijn hoofd, had ik daar dan over na moeten denken?  

“Dat komt omdat Juda en ik al sinds de zomer iets hebben. Geen echten relatie, maar wel dat we… nou ja we voelen iets voor elkaar...”  

Ineens wordt ik kots misselijk van woeden. 

“En dat zeggen jullie niet eens tegen mij, ik dacht dat jullie mijn vrienden waren. Weet Char het ook?”  

Roos knikt. Ik draai me om en stort in tranen uit. Het voelt of Sensa me zo juist een stomp in mijn maag heeft gegeven, alsof er niemand is die van me houdt. Ik vertrouwden ze en zij logen tegen me, recht in mijn gezicht. 

De dagen er na wil ik met de ouders van Charlotte en Rozanne mee terug naar huis. Ik mag alleen niet mee van ze. Zij vinden dat we het eerst bij moeten leggen voor ik mee mag zondag, maar ik wil ze nooit meer spreken.  

Rozanne 

De dagen gaan snel voorbij. Pepijn en Liv leven zich dag na dag uit in het zwembad. Kai houdt ze goed bezig en ik weet niet zo goed wat ik het beste kan doen. We hebben al een tien keer met Meze proberen te praten, maar ze luistert niet meer, ze is echt heel erg boos. 

“Papa kan ik even met je praten?” vraag ik. 
Hij zit op een strandstoel te lezen aan het zwembad. Iets wat ik hem niet vaak zie doen. 

“Natuurlijk, wat is er?”  

“Alsof je het niet weet. Ik weet dat je niet mag liegen of achter houden, maar het was het geheim van Sensa. Ik heb gezegd dat zij het moest zeggen en ik weet het ook nog niet zo heel lang. Ohw wat moet ik nu toch doen.”  

“Als je het niet kan zeggen schrijf het dan op. Wees niet bang, ze gaat van middag echt niet mee naar huis.” Ik knik en geef hem een knuffel, waarna ik weg ren in de richting van onze kamer. 

Ik heb de deur nog niet helemaal open of ik zie hoe Meze binnen met haar koffer staat te rommelen.  

“Dus je bent echt van plan hier weg te gaan?”  

Ze zwijgt. Natuurlijk.  

“Als je weg gaat ben je even van ons af, maar echt niet voor altijd je woont bij ons. Ben je van plan de rest van je leven te zwijgen?” 

Nu kijkt ze me ook aan, alleen blijft het nog steeds stil.  

“Oké, ik snap dat je boos bent. Dat zou ik ook zijn, maar geloof me dat het niemand zijn bedoeling was om jou te kwetsen, en het spijt me dat Juda niet verliefd is op jou, maar daar kan ik ook niks aan doen. Veel plezier in Nederland. Ik hoop dat je, je weet te vermaken met Pepijn en Liv, want al je vrienden zitten hier.”
Ik draai me om en loop weg terug naar beneden. Ik weet dat ik haar gemanipuleerd heb, maar ik vind het goed, zoals dat het ging en gegaan is.
 

Het is drie uur als we met zijn alleen benden gaan staan om mijn ouders gedag te zeggen. Papa kijkt naar Meze.  

“Ik dacht dat je mee terug ging naar Nederland?”  

“Ja, dat dacht ik ook,” zegt ze daarna kijkt ze naar mij en de rest. “Sorry, dat ik zo deed ik voelde me gewoon…” verder komt ze niet, want Sensa rent naar haar toe en geeft haar een knuffel.  

“Mij spijt het ook dat ik niet meteen eerlijk was.”  

We namen afscheid Charlotte heeft het er behoorlijk moeilijk mee. Ze lopen de deur door en terwijl wij ze uitzwaaien begint er een heel nieuwe week met waarschijnlijk weer heel andere problemen. We willen sowieso nog naar het bomendorp.
Myra komt voor ons staan. 
 

“Jongens voor mogen hebben we iets heel leuks bedacht wat jullie kunnen gaan doen.”  

Sensa rolt met haar ogen en zegt:
“Vertel wat hebben jullie voor ons gepland.” 
 

“Jullie gaan morgen een grot bezichtigen.”  

Ik draaide me met een ruk om naar Charlotte. Ik zie aan haar dat ze al begint te draaien ze durft niet eens in de lift voor misschien één minuut. Laat staan een half uur in een donkere benauwde grot.  

Charlotte 

Ik heb slecht geslapen. Ik vind het rampzalig dat ik nu naar een grot moet. Waarom een grot? Waarom geen weiland met schapen en geiten ofzo? Ik pak een kort broekje met een blouse waar een bloemen printje op staat. Daan komt onze kamer in.  

“Ben je er klaar voor?”  

Ik schudt mijn hoofd en zeg:
“Ik zeg wel dat ik ziek ben ofzo, of ik wacht buiten op jullie.” 
 

We stappen de auto in. Ik weet niet hoe het Daan gelukt is, maar heeft me overgehaald om toch mee te gaan. Mijn hart klopt als een razende in mijn borstkas. Sensa heeft mijn hand vast, we zijn geen van alle echt dol op grotten. We stappen uit de auto en volgen Myra naar de balie. We lopen door naar de plek waar we moeten wachten op de gids. De man spreekt in het Engels tegen ons, dat maakte het nog veel moeilijker.  

We zijn eerder klaar dan de bedoeling was, want ik werd gek en kreeg een paniekaanval. We staan weer buiten en ik ben blij met de zon die gelukkig weer op mijn gezicht schijnt.  

“Myra komt pas over drie kwartier zullen we hier even in dit dorpje rond kijken. Wie weet komen we nog hele mooie dingen tegen,” zegt Meze.
Ik knik en Sensa roept meteen: 
 

“Ja, ja, ja!”  

Onbedoeld schieten we allemaal in de lach. 

Daan 

Ik ben best blij dat Charlotte naar buiten moest, want ik kreeg het ook benauwd binnen. We besluiten om wat rond te gaan kijken. Na een kwartier raken we een deel van de groep kwijt Charlotte, Rozanne, Sensa en ik lopen nu samen door het dorp. Charlotte blijft op een gegeven moment staan.  

“Jongens kom is kijken.”
We komen bij haar staan terwijl ze een deur houtendeur open duwt. 
 

“Schat je mag niet zomaar naar binnen lopen.”  

“Weet ik kom nou maar.”  

We lopen naar binnen. Ik ben echt even bang dat ze te weinig zuurstof in haar hersenen heeft zitten. Ze loopt nog verder naar binnen en wij lopen als schaapjes achter haar aan. De deur valt met een klap achter ons dicht en ik schrik. Gelukkig ben ik niet de enige, Roos schrikt ook en slaat een kort gilletje, maar Charlotte lijkt negens last van te hebben. Ze loopt gewoon door naar de muur.  

“Dit kan niet.” 

 We rennen naar haar toe. We komen naast haar staan.  

“Wat is er?”

Ze zwijgt, maar wijst naar een de muur die vol foto's hangt.  

“Dat zijn wij,” hoorde ik achter me.  

Sensa en Rozanne kijken allebei alsof ze dromen, maar dan wel een nachtmerrie.  

“Hoe kan dit?” zeg ik.  

“Wie heeft deze foto's gemaakt?” hoor ik Rozanne vragen.  

“Mijn vader," zegt Sensa zacht en ze houdt een agenda omhoog waar zijn naam blijkbaar in staat.  

“We moeten hier weg,” zeg ik.  

We rennen naar buiten en botsen tegen Meze en Tomas op. 

Meze 

Na een kwartier zijn we Daan, Charlotte, Rozanne en Sensa kwijt en ik wil ik niet meer in de buurt van Juda en Kai lopen, dus besluiten Tomas en ik de andere kant op te gaan. We lopen een klein winkeltje in waar ik een schelpen ketting zie liggen. Ik vind hem alleen iets te duur. We lopen het winkeltje weer uit. Ik heb door dat Tomas iets achter zijn rug verstopt.  

“Doe je ogen is dicht,” zegt hij geheimzinnig.
Zoals hij vraagt sluit ik mijn ogen. Hij hangt iets om mijn nek en als ik mijn ogen weer open zie ik de schelpen ketting. Ik weet niet zo goed hoe ik moet reageren, omdat ik zoiets niet van Tomas verwacht had. Blij vlieg ik hem om zijn nek en geef hem zelfs een kus op zijn wang.  

We lopen lacht door de straatje tot we ineens tegen de rest opbotsen, of eigenlijk botsen zij tegen ons op. We hebben geen tijd om te vragen wat er is ze pakken ons vast en rennen weg. Hijgend stoppen we voor de grot.  

“Wat is er aan de hand?”  

“De vader van Sensa is hier en hij houdt ons in de gaten.”  

“Wat!”
Kai en Juda komen aan lopen en hebben tot mijn verbazing alles gehoord. Ik wil van alles vragen, maar voor we er verder over kunnen praten komen Rik en Myra aan rijden.
 

Charlotte 

We zitten met elkaar op de kamer van mijn ouders. We hebben het over Rik en over de vader van Sensa. We vragen ons allemaal af of ze iets met elkaar gemeen hebben. Ik vind het rampzalig dat we niks weten over wat er aan de hand zou kunnen zijn en het ook niet uit kunnen zoeken in het kantoor, want ik wil nooit van mijn leven meer in de buurt van een grot komen. 

We verlaten om elf uur de kamer ik. ga eerst nog mee naar de kamer van mijn zusjes, maar na een half uurtje kletsen ga ik naar mijn eigen held. Sinds de ruzie ben ik gaan denken over ons, ik wil nu wel meer, maar ik weet niet hoe ik het hem moet tonen. 

“Hé,” zegt ik tegen Daan als ik de kamer binnen kom.
Hij keek me over de rand van zijn boek aan. 
 

“Hé.”  

Ik loop naar hem toe en ga bij hem op de grote stoel zitten. ik doe zijn boek dicht en leg het weg. Ik zoen hem. Daarna sta ik op en trek ik hem mee het bed op. We zoenen, hij streelt mijn arme. Ik ga met mijn handen door mijn korte haar. 

Als ik die ochtend wakker word kus ik Daan die naast me ligt. Hij is al wakker en heeft naar me gekeken, terwijl ik sliep. Ik glimlach naar hem. Vannacht is er iets tussen ons veranderd, in de positieve zin. 

Daan  

Charlotte komt binnen en laat zich helemaal gaan ze geeft zich over aan me en ik voel me helemaal vrij. Ik wil er echt voor gaan. Ik wil bij haar zijn voor nu en voor altijd. 

Ik ben vroeg wakker, heel vroeg wakker zelfs. Ik kijk naar haar. Ze slaapt vredig en ik word er zelf rustig van. Ik denk niet na over hoe en wat er tussen ons is. Ik streel haar wang, na een tijdje wordt ze wakker. Ze kust me. Haar lippen voelen droog en haar haren vet.  

“Zullen we zo samen gaan douchen?”  

“Is goed,” ze kijkt ondeugend waarna ze me opnieuw kust. 

Ze trekt haar bikini uit haar lade hij is roze met sterren. Ze kijkt naar me, ik lig nog steeds op ons bed. Ze loopt het badkamertje in. Ik hoor de kraan. Ik denk aan vannacht, ze zoende zo goed en haar huid voelde zo zacht aan. Ik hou van haar en van alles wat bij haar hoort.  

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.