Emma
Ik heb nu mijn hele verleden vertel, we bevinden ons dan nu in het heden. Drie februari mijn veertiende verjaardag.
Het is pas zes uur, maar ik kan gewoon niet meer slapen. Al dagen ben ik zenuwachtig en dat komt alleen, doordat ik nog niet weet wat ik van mijn ouders ga krijgen. Ik heb een hekel aan verrassingen en dit jaar hebben ze het cadeau te goed verstopt, dat ik het gewoon niet kon vinden.
Dat van Yara had ik vorige week al zien liggen in haar kamer. Ook was ik er al achter waar Tom en Esmee hun cadeautjes verstopt hebben, maar dat van mijn ouders. Geen idee.
Om zeven uur gaat mijn deur open en komen mijn ouders zingend de kamer binnen. Tom zie ik het licht aan doen. Esmee en Yara schuifelen langs hem naar binnen. Nog steeds zingend komen ze op bed zitten. Papa heeft een redelijk grote ingepakte doos vast.
“Gefeliciteerd lieverd,” zegt hij terwijl hij het cadeau overhandigt. Mama geeft me ondertussen een kus op mijn voorhoofd.
Ik scheur het papier van de doos, waarna er een afbeelding verschijn van turquoise met roze rolschaatsen.
“Mama, papa! Ongelofelijk bedankt, ze zijn prachtig,” zeg ik nadat ik ze uit de doos heb gehaald. Het allerliefste zou ik ze gelijk aan hebben getrokken. Dan komen Tom en Esmee bij me zitten en overhandigen me hun cadeau. Het is een klein roze doosje met een strik eromheen. Ondanks dat ik wist waar het lag, weet ik niet wat erin zit. Rustig maak ik het doosje open. Op een zwart kussentje ligt een prachtig zilveren kettinkje.
“Zal ik hem bij je om doen?”
Esmee heeft de stilte verbroken, maar ik durf nog niet te praten daarom knik naar haar. Het sleuteltje en het slotje glimmen wanneer ze uit het doosje worden getild.
“Ik vind hem zo mooi.”
“Gelukkig maar, we waren aan het twijfelen.” Tom pakt mijn hand en knijpt er even in.
Yara haar cadeau is al net zo mooi als dat van de rest. Zij heeft een fotoalbum helemaal vol geplakt met herinneringen. Bij alle foto’s staat een stukje tekst. Ook zitten er stikkers en kaartjes in. Het is net of ze mijn hele leven heeft verzameld. Ik vind het zo mooi en lief dat ik er tranen van in mijn ogen krijg.
Wanneer ik ’s middags uit school kom zitten een hoop van mijn familieleden al in de woonkamer. Nadat ik iedereen begroet heb gaan Mara en ik eerst even naar boven.
Terwijl ik me omkleed praat Mara over Tom. Ze vertelt me hoe knap ze mijn eenentwintig jarige broer vindt. Ze heeft het daarna ook over het leeftijdsverschil. Ik weet al lang hoe erg ze daar mee bezig is, maar mij doet het niet zo veel. Als iemand de waren is zou leeftijd toch niks uit moeten maken. Al moet ik ook bekennen dat ik niet veel van liefde weet en er ook niet echt mee bezig ben. Ik vind de meeste jongens niet bijzonder knap, laat staan dat ik vlinders in mijn buik voel door hun blik. Of misschien is er een jongen, maar tussen hem en mij is het anders. Gijs is als een tweede broer voor me. Ik ken hem al mijn hele leven. Als ik hem zie voel ik me niet verliefd alleen heel erg veilig. Met hem kan ik alles, zelfs wiskunde.
Ik zat nog, maar net in de eerste toen op viel dat ik niet bepaalt goed ben in wiskunde. Samen met mijn moeder zat ik aan de keukentafel. De eerste tranen rolde al over mijn wangen toen Tom en Gijs binnen kwamen.
“Lieverd, wat is er?”
“Ze heeft een onvoldoende voor haar toets en nu lukt haar huis werk ook niet,” antwoorde mijn moeder.
“Laat mij eens kijken.”
Vanaf die middag geeft Gijs me twee keer per week bijles. Gelukkig gaat het nu een heel stuk beter. Al ben ik zeker geen reken wonder. Meestal weet ik net een vier te halen. Gijs blijft me motiveren en volgend jaar kan ik het laten vallen.
“Hé, waar ben jij met je gedachten?”
“Wil je dat echt weten?”
Ik kijk Mara uitdagend aan. Ze begint te knikken. Ik weet dat ze hoopt dat ik een jongensnaam ga noemen, helaas voor haar zeg ik:
“Ik dacht aan wiskunde.”
“Dat meen je toch niet?”
“Jawel.”
“Niet te geloven. Ieder normaal meisje denkt tijdens haar verjaardag aan cadeautjes, nee jij denkt aan wiskunde.”
“Ik weet het, maar ik ben toch niet normaal?”
Ze moet lachen en gooit een kussen naar mijn hoofd. Daarna pakt ze mijn hand en trekt me mee naar beneden.
In de woonkamer zit Gijs op de bank. Yara zit naast hem terwijl ze iets speelt op haar gitaar. Tom loopt door de kamer en zo te zien probeert hij te onthouden wat mijn gasten willen drinken. Zodra hij mij ziet geeft hij me snel een knuffel. Dan loopt hij door naar de keuken.
Ondanks dat we een vrij grote woonkamer hebben is er geen zit plaats meer, daarom gaat Mara op de bankleuning zitten. Zelf ga ik voor Yara op de grond zitten. Om haar beter te zien spelen leg ik mijn hoofd tegen Gijs zijn knie. Het kan me niks schelen wat mijn familie daarvan vindt. Ze kennen hem tenslotte langer dan ik. Dat krijg je van acht jaar leeftijdsverschil. Of eigenlijk zeven en een paar maanden.
Wanneer de bel gaat springt Yara op.
“Iedereen is er toch al?”
“Ja alleen Lola vroeg of ze langs mocht komen, vind je toch niet erg?”
“O, nee. Natuurlijk niet.”
Zodra ze de kamer uit is ga ik snel op de bank zitten. Ik vraag me eigenlijk wel een beetje af waarom Lola er de laatste tijd zo vaak is, maar aan de andere kant Lola is erg aardig en altijd gezellig. Meestal geeft ze mij meer aandacht dan Yara. Daarmee vervul ik dan weer de rol van irritant klein zusje. Al vinden ze me meestal helemaal niet vervelend, behalve Esmee dan. Zij vindt iedereen vervelend. Het verbaast me dan ook niet dat ze liever ging werken dan hier mijn verjaardag te vieren.
Yara en Lola komen samen de woonkamer in.
“Daar zat ik,” zegt Yara grijnzend.
“Mag ik hier dan niet zitten?”
“Jawel, wij gaan zo naar boven.”
Aan Lola kan ik zien dat ze liever hier zou blijven, maar ze zegt het niet tegen Yara. In plaats daarvan zegt ze:
“Gijs, leuk om je weer te zien en gefeliciteerd allemaal.”
Daarna geeft ze me een knuffel en verdwijnt ze samen met Yara naar boven.
“Waarom begoed ze hem eerst,” Mara klinkt bijna beledigt.
Het boeit mij eigenlijk niet wie ze als eerste begoed. Mij heeft ze gister nog gezien, Gijs misschien al meer dan twee weken niet. Meestal komt hij op dinsdag avond langs om mij met mijn huiswerk te helpen. De afgelopen weken ben ik naar hem toe gegaan, omdat het daar een stuk rustiger is waardoor ik me beter kan concentreren. Lola komt op dinsdag ook vaak langs om samen met Yara huiswerk te maken. Meestal zitten ze dan net zolang beneden tot ik klaar ben of ik aan Gijs vraag of we het boven af kunnen maken. Yara en Lola zijn dan wel allebei achttien, ze zijn nog erger dan Mara en ik. Ze hebben de hele tijd de slappe lach en zitten of staan te fluisteren. Het verbaast me dan ook niet dat ze nu naar boven zijn gegaan.
Om half zeven vraagt mijn moeder of iemand Yara even kan roepen om haar te helpen in de keuken. Als een puppy komt Lola achter haar aangelopen de woonkamer in. Wanneer ze daar heeft dat wij nog steeds op de bank zitten, staakt ze haar achtervolging en loopt naar ons toe.
“Mag ik erbij komen zitten?”
“Natuurlijk, je kan hier zitten,” terwijl Gijs het zegt staat hij op. “Ik ga in de keuken helpen.”
Lola gaat zitten en zucht.
“Jij kent hem goed toch?” ze kijkt me aan.
“Bedoel je Gijs?”
“Ja.”
“O, ja ik ken hem goed, hij is zo vaak hier.”
“Heeft hij een vriendin? Yara denkt van niet, maar ze twijfelt.”
“Volgens mij niet, nee.”
Ineens begrijp ik waarom ze zo vaak bij ons thuis komt. Ze is verliefd op Gijs, mijn Gijs met zijn blauwe ogen en blonden korte haar. Ergens voel ik een steek in mijn buik. Voor een seconde denk ik dat het jalousie is. Maar waarom zou ik Jaloers worden? Al denk ik wel dat Lola niet echt zijn typen is. Gijs heeft pas twee of drie keer een vriendin gehad, maar ze waren allemaal klein, met bruin haar. Lola is blond en best wel lang voor een meisje. Daarbij is ze meestal erg aanwezig.
Tijdens het eten blijf ik ze in de gaten houden. Mijn lange bruine haar heb ik door Mara snel laten invlechten. Iets in mij hoopt dat hij het leuk vindt staan. Gijs is naast Lola gaan zitten, tegenover mij. Terwijl we het hebben over nieuwe schoenen kijk ik telkens even naar ze. Misschien heb ik het mis, maar soms lijkt hij ook naar mij te kijken. Op de momenten als Lola praat. Niet dat hij me de indruk geeft dat Lola hem niet interesseert, want hij vervolgt daarna wel weer zijn gesprek met haar.
Die avond kan ik, maar moeilijk slapen. Alle gedachten aan vandaag houden me wakker. De gedachten aan mijn wiskundehuiswerk helpt ook niet om in slaap te komen.
In mijn droom sta ik op een groot schrift waar ik rekensommen in op moet lossen die ik niet begrijp. Dan komt Gijs mijn droom in. Hij begint me uitleg te geven. Als mijn wekker niet was gegaan had ik waarschijnlijk niet door gehad dat ik droomde.
Schrijfster: Krisha van der Male ©krisha van der Male ©Make a Wish
Reactie plaatsen
Reacties